- gehoor
- {{gehoor}}{{/term}}1 [het horen] (sense of) hearing ⇒ audition2 [het vermogen om te horen] (sense/power of) hearing ⇒ ear(s)3 [gewaarwording, geluid] sound ⇒ 〈onaangenaam〉 noise4 [publiek] audience ⇒ 〈in kerk〉 congregation5 [aandacht] ear♦voorbeelden:1 gehoor krijgen • be heardop het gehoor iets spelen • play something by eariets ten gehore brengen • perform somethingik krijg geen gehoor • there's no reply/answer; 〈bij technisch probleem〉 I can't get throughbij geen gehoor • if there's no reply2 absoluut gehoor • perfect pitcheen goed/scherp/fijn gehoor • a good/sharp sense of hearinggeen muzikaal gehoor hebben • have no ear for musiceen zwak/slecht gehoor • a poor/bad sense of hearinggoed in het gehoor liggen • be easy on the ear3 dat is geen gehoor! • that sounds terrible!4 een talrijk gehoor • a large audience5 gehoor geven aan iemand/iets • answer someone's call; comply with something 〈verzoek, wensen〉gehoor krijgen • find a responsegeen gehoor vinden • fall on deaf ears
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.